Landgoed Pineta ligt tussen het huidige Prinsenhoef en Sparrenhof. Pineta is onderdeel van natuurgebied Schaapsgoor dat eeuwenlang bestond uit heidevelden en moerasgronden.
Het landgoed maakte halverwege de 19e eeuw -toen heidegebied- onderdeel uit van landgoed Prinsenhoef, dat eigendom was van Koning Willem II. Hij wendde het landgoed aan voor de jacht. In 1909 kocht Dr. Deelen, geneesheer-directeur van de RK Gasthuizen en vooraanstaand chirurg, het perceel aan. Hij liet op de grond een villa en een boswachtershuis bouwen. Zo werd het jachtgebied tevens woongebied. De huidige eigenaar, die het terrein verwierf in 1983, zette dit gebruik voort. Momenteel staat er een royale bungalow op het perceel.
Rijke historie
Dr. Deelen nam het besluit de vermaarde tuinarchitect Maréchal uit ‘s-Hertogenbosch een bebossingsplan te laten vervaardigen. Maréchal ontwierp een aansprekend plan met een parklandschap aan de voorzijde van het perceel, daarachter een opzet met hoofdlanen, paden, smalle kronkelpaden en een slinger- vijver. In zijn ontwerp nam hij ondermeer een diversiteit aan loof- en naaldbomen op. Dit heeft geresulteerd in een heterogeen bos met een bebossingspercentage van zo’n 80%. Het landgoed is bijzonder vanwege de boeiende, zeer gevarieerde flora en fauna, die gedeeltelijk zelfs zeldzaam genoemd mag worden. Naast een unieke douglaslaan van 700 m, treft u er onder andere eik, beuk, esdoorn, acacia, Japanse esdoorn, lariks en Corsicaanse den, waaronder majestueuze exemplaren van meer dan een eeuw oud aan. Daarnaast is er een verscheidenheid aan paddenstoelen, en plantensoorten. Er staan grote partijen rododendrons en varens. Het feit dat hier ook korstmos wordt aangetroffen, duidt op zeer schone lucht. Een grote diversiteit aan zoogdieren en vogels huizen in deze biotoop; zo ook een tweetal unieke soorten bosmieren (hopen). Reeën voelen zich hier thuis en komen zelfs tot dicht bij het huis, en ook haviken, reigers en sperwers. U kunt regelmatig een uil of specht horen. Steenmarters, salamanders en egels huizen er, vlinders fladderen er rond, de vleermuis en veldmuis hebben er hun plek, de Siberische grondeekhoorn, het ijsvogeltje, de wespendief en de libellen voelen zich hier ook thuis.